De cel

 

Ook andere weefsels (bijvoorbeeld klier-, zenuw- of beenweefsel) blijken bij microscopisch onderzoek uit kleine, functionele eenheden te bestaan. De kleinste functionele eenheid van een organisme is de cel. In het bloed zijn zulke eenheden bij duizenden en zelfs miljoenen per kubieke mm aanwezig: de witte en rode bloedcellen.
Cellen kunnen alle levenskenmerken van een organisme vertonen.

Met een goede lichtmicroscoop zijn de cellen van bacteriën nog net goed zichtbaar. Bacteriecellen zijn niet allemaal even groot, maar hun grootte ligt dichtbij 1 micrometer. De meeste dierlijke cellen zijn to 30-40 micrometer groot. Er is geen verschil in cel vgrootte bij grote of kleine dieren.
Plantencellen zijn in het algemeen groter: 100-300 micrometer.
De grootste cel is de dooier van een vogelei, maar die is dan ook volgepropt met reservevoedsel.

 

De Engelsman Robert Hooke keek in 1665 door een eenvoudige microscoop naar een erg dun plakje dat hij met een scheermes van kurk had afgesneden. Wat hij zag deed hem denken aan de cellen van een honingraat. Het woord cel stamt af van het Latijnse woord cellula, wat hokje of kamertje betekend.

Met behulp van betere microscopen en technieken om preparaten te kleuren kregen de verschillende onderzoekers geleidelijk een beter begrip van wat een cel is. Men ontdekte dat niet de celwanden, die samen een doosje vormen,maar dat wat zich erbinnen bevindt de eigenlijke cel is. Doordat elke plantencel omgeven is door een celwand, is de vorm ervan duidelijk te zien. In een preparaat van dierlijk weefsel zijn de grenzen tussen de cellen vaak veel moeilijker te zien. Dat komt omdat dierlijke cellen geen celwand hebben.

De eiwitachtige celinhoud waarin zich een bolvormig lichaampje bevindt, werd protoplasma genoemd. Dit betekend: het eerst gevormde. Het bolletje dat erin zit heet de celkern. OOk de celkern bevat protoplasma.Om dit te onderscheiden van de rest van het protoplasma spreekt men nu van kernplasma en wordt het protoplasma buiten de kern cytoplasma genoemd.

Men ontdekte dat:
- cellen de bouwstenen zijn van alle organismen.
- cellen ontstaan uit andere cellen.

Dit werd de celtheorie genoemd.

 

1.Zoek op internet de levenskenmerken/levensverschijnselen op.

2.Uit hoeveel cellen kan een organisme minimaal bestaan?

3. Waaruit blijkt dat een cel leeft?

4. Waardoor is hout harder dan vlees?

5. Waardoor is plantaardig voedsel voor de mens moeilijker te verteren dan dierlijk voedsel.