1.6. Fotosynthese

Fotosynthese is een proces in een plant. Planten maken glucose met behulp van energie uit zonlicht.
Dit gebeurt in de groene delen van de plant, vooral in de bladeren.

De bladeren nemen via de huidmondjes koolstofdioxide op uit de lucht.
De wortelharen nemen water (en mineralen) op, dat via de wortels en stengels naar de bladeren wordt vervoerd. In de bladeren wordt van koolstofdioxide en water glucose gemaakt. Glucose is een soort suiker. Glucose wordt in de cellen van de bladeren direct omgezet in zetmeel.

Zonlicht levert de energie die nodig is voor de fotosynthese.
Het zonlicht wordt opgevangen door het bladgroen in de bladeren. Bij de fotosynthese ontstaat ook zuurstof.
Zuurstof verlaat het blad weer door de huidmondjes. Fotosynthese kan alleen maar plaatsvinden in de groene delen van planten.

De fotosynthese is een belangrijke voorwaarde voor het bestaan op aarde; zonder zuurstof is immers geen leven mogelijk. Van glucose kan de plant de andere stoffen maken waaruit de plant bestaat.

Fotosynthese op het land.

1 De wortels nemen water op.
2 Water gaat via houtvaten naar de bladeren.
3 Behalve water zijn voor fotosynthese koolstofdioxide en zonlicht nodig.
4 Fotosynthese vindt plaats in de bladgroenkorrels.
5 Bij fotosynthese ontstaan zuurstof en glucose.

Fotosynthese in het water
1
 Bladeren nemen water en koolstofdioxide op uit het water.
2 Bladeren nemen zonlicht op dat door het water op de plant schijnt.
3 Fotosynthese vindt plaats in de bladgroenkorrels.
4 Bij fotosynthese ontstaan zuurstof en glucose. Zuurstof komt in het water.


Huidmondjes

In de opperhuid van de bladeren liggen huidmondjes. Door de huidmondjes kan water (vocht) verdampen. Ook gaat koolstofdioxide het blad in. Via de huidmondjes gaat zuurstof het blad uit. Het open- en dichtgaan de huidmondjes wordt geregeld door twee sluitcellen. De sluitcellen kunnen van vorm veranderen. Ze bevatten ook bladgroenkorrels.

Huidmondjes zitten bij landplanten aan de onderkant van het blad. Zo komen ze niet vol water en stof. Bij waterplanten met bladeren op het water, zitten de huidmondjes aan de bovenkant van het blad. Bijvoorbeeld bij een waterlelie. De huidmondjes zijn wel klein, om te voorkomen dat ze vol water komen zitten.

Huidmondjes: hierdoor kunnen stoffen zoals koolstofdioxide, zuurstof en water het blad in- en uitgaan.

Sluitcellen: regelen het open- en dichtgaan van de huidmondjes.


Samengevat:

 

Je hebt voor fotosynthese de volgende dingen nodig:

- Water

- Koolstofdioxide

- Lichte (energie)

- Bladgroenkorrels

- Een goede temperatuur

 

In een schema ziet dit er als volgt uit:

 

Water + koolstofdioxide + (zon)licht --> glucose + zuurstof

Maak jouw eigen website met JouwWeb