Eukaryoten

Als laatste domein hebben we de Eukaryoten.

Een gemeenschappelijk kenmerk van de Eukaryoten is dat deze organismen hun DNA in een "pakketje" in hun cel hebben: een celkern. De celkern met het DNA is een soort regelcentrum. Hier wordt bepaald wat er in de cel moet gebeuren en wanneer alle andere onderdeeltjes aan het werk gaan. Bij alle Eukaryoten is dit hetzelfde. De vorm van de cel verschilt per soort.

 

Rijken

De Eukaryoten kan je onderverdelen in 3 rijken:

- Schimmels

- Planten

- Dieren

Schimmels

Als we denken aan schimmels dan denken we vaak aan paddenstoelen. Paddenstoelen zijn echter een klein deel van het schimmelrijk.

Schimmels komen net als bacteriën bijna overal voor. De schimmels delen we in twee stammen op: de eencellige en meercellige schimmels. Aangezien we het tot nu toe alleen maar hebben gehad over eencellige organismen, beginnen we nu ook met de eencellige schimmels.

 

 

Eencellige schimmels

De belangrijkste eencellige schimmel die je moet kennen is gist. Van gist zijn er heel veel verschillende soorten, maar je hoeft alleen de overkoepelende kenmerken te kennen. Net zoals bij bacteriën, planten eencellige schimmels zich voort door middel van deling. Dat betekent dat zij zichzelf kunnen opsplitsen in 2 gelijk klonen. (2 wordt 4, 4 wordt 8, 8 wordt 16 etc).

Bij gisten ziet dat er net iets anders uit. Terwijl een bacteriën zichzelf precies door de helft kan splitsen, kan dit bij een gist op een willekeurige plek zijn. Bij een gist begint het als een klein knobbeltje, dat uitgroeit tot een perfecte kloon. Zie onderstaande tekening.

Meercellige schimmels

Nu komen we aan bij organismen die bestaan uit meer dan 1 cel. Veel van dezelfde soorten cellen, noemen we een weefsel. (bijvoorbeeld schubben op een vis) Meerdere weefsels bij elkaar vormen een orgaan, (bijvoorbeeld de huid) meerdere organen bij elkaar vormen een orgaanstelsel (bijvoorbeeld je ademhalingsstelsel) en veel stelsels bij elkaar vormen een organisme.

Meercellige schimmels zijn de schimmels die wij kunnen zien met het oog:

 

Een heleboel mensen denken dat de paddenstoelen die wij zien de hele schimmel is. Dit is niet waar.

Alle meercellige schimmels bestaan uit draden. Sommige van deze schimmels leven op een plek (vaak onder de grond) en vormen daar een dradennetwerk. Dit is dus het "lichaam" van de schimmel. Dit lichaam wordt elk jaar groter, afhankelijk van de hoeveelheid voedsel er is. Sommige schimmels hebben een lichaam van wel 3 meter breed, allemaal onder de grond waar je op staat!

Waar dienen dan de paddenstoelen voor?

Tot nu toe heb je alleen maar gelezen over deling als een vorm van voortplanting. Nu we zijn aangekomen bij de meercellige organismen, ga je leren over andere manieren van voortplanten. Schimmels doen het anders: zij maken sporen. Sporen zijn kleine eencellige deeltjes waarin de helft van het DNA van de schimmel zit opgeslagen. Die sporen worden losgelaten met de wind of de regen en die komen in het wild dan een andere spore tegen. Ze smelten samen en vormen een nieuw organisme. Net als de eicellen en zaadcellen van mensen doen!

Sommige schimmels maken sporen aan in de uiteindes van hun draden, maar er zijn ook soorten schimmels die speciale voortplantingsorganen maken die wij paddenstoelen noemen.

Om een paddenstoel/voortplantingsorgaan te maken, komen de draden bij elkaar en vormen een parapluvormig lichaam.

Als je onder het hoedje van de paddestoel kijkt, zie je lamellen.

Tussen deze lamellen worden de sporen gemaakt. De sporen zijn heel erg licht en kunnen makkelijk meegenomen worden door de wind. De paddenstoel laat de sporen "los" op het moment dat deze klaar zijn.

Schimmels en de mensheid

Schimmels kunnen door mensen gebruikt worden op verschillende manieren. Zo kunnen de paddenstoelen van sommige soorten gegeten worden. Schimmels (en dan vooral de gisten) worden gebruikt om bier, brood, wijn, kaas of koffie mee te maken. Er is ook een hele handige schimmel waarmee wij pathogene bacteriën kunnen bestrijden. Van deze schimmel maken wij penicilline. Bacteriën kunnen heel slecht tegen het stofje uit deze schimmel, wat ons helpt om ze dood te maken en zelf niet ziek te worden.

Schimmels kunnen ons echter ook ziek maken soms, dit noemen we pathogene schimmels. Denk maar aan zwemmerseczeem of ringworm. Dit wordt veroorzaakt doordat een schimmel op onze huid begint te groeien en ons aantast.

Als laatste doen de schimmels hetzelfde als bacteriën in de natuur. Zij breken dode delen van organismen af tot stoffen die vervolgens door andere organismen weer gebruikt kunnen worden

Verschillen en overeenkomsten

Overeenkomsten

Alle schimmels hebben sowieso een:

- Celwand: deze zorgt voor stevigheid en bescherming van de cel

- Celmembraan: dit is een dun "vliesje" dat onder de celwand ligt en die de inhoud van de cel bij elkaar houdt en probeert te reguleren.

- Cytoplasma: dit is de vloeistof ín de cel, het is een beetje stroperig en bestaat uit water, voedingsstoffen en eiwitten (dat zijn een soort bouwsteentjes)

- Vacuole: Dit is een apart zakje met vooral water, wat reservestoffen en soms kleurstoffen.

- Celkern: Daar in zit het DNA netjes ingepakt, dit is het regelcentrum van de cel.

Verschillen

Er zijn zowel eencellige als meercellige schimmelsoorten. Sommige schimmels maken wel paddenstoelen aan en sommige doen dit niet.

Wist je dat:

Er paddenstoelen zijn die 's nachts licht geven?