1.1. Schimmels en bacteriën

Naast het rijk van de dieren en het rijk van de planten zijn er meer organismen (levende wezens).

Schimmels zijn organismen die lijken op planten. De cellen van schimmels hebben een celwand en een celkern, maar de cellen hebben geen bladgroenkorrels.

Bacteriën waren waarschijnlijk de eerste levende wezens op aarde.
Ze zijn heel klein en je kunt ze overal tegenkomen. De cellen van bacteriën hebben wel een celwand, maar geen celkern. De meeste bacteriën hebben geen bladgroen, maar sommigen hebben dat wel.

Micro-organismen (schimmels en bacteriën) zijn vaak nuttige organismen. Zo zorgen zij voor de afbraak van dode organismen en ruimen dus het afval om ons heen op. Daarnaast zijn in en op je lichaam veel nuttige bacteriën actief en kun je bacteriën en schimmels goed gebruiken om voedingsmiddelen te maken. Sommige micro-organismen maken je ziek. Ze veroorzaken een bacteriële of schimmelinfectie of laten je eten bederven.


Schimmels

Sommige schimmels zijn lastig voor mensen omdat ze ziekten veroorzaken of voedsel laten bederven.
Andere schimmels zijn juist nuttig omdat ze helpen met voedselbereiding en zelfs medicijnen maken.

Gist is een voorbeeld van een schimmel.
Gist zorgt er voor dat het brood tijdens het bakken kan rijzen.

Schimmels maken tijdens het gisten alcohol.
Tijdens het bakken van een brood verdampt de alcohol. Als je wijn wilt maken, mag de alcohol juist niet verdampen. Het maken van wijn gebeurt dan ook in een gesloten vat.


Schimmels zijn meestal moeilijk zichtbaar. Ze bestaan uit hele dunne draden die hyphen genoemd worden.
Een groot aantal van die draden vormt samen een zwamvlok ofwel mycelium.

Met de draden neemt de schimmel voedsel op uit zijn omgeving.
Aan de uiteinden van de draden kunnen zich sporendragers ontwikkelen.
In de sporendragers ontwikkelen zich sporen. Sporen zijn voortplantingscellen. Uit een spore kan een nieuwe schimmeldraad groeien.


Video: Broodschimmel

Waarom beschimmelt brood altijd zo snel?


Bacteriën

Sommige bacteriën zijn lastig voor mensen omdat ze ziekten veroorzaken of voedsel laten bederven. Andere bacteriën zijn juist nuttig omdat ze helpen met voedselbereiding.

In je lichaam en op je lichaam zijn veel bacteriën ook nuttig. In de dikke darm leven grote hoeveelheden darmbacteriën: de darmflora. De bacteriën in de darm bewerken de voedingsvezels (onverteerbare plantaardige stoffen). Hierbij komen stoffen vrij die ervoor zorgen dat de darm goed werkt. Ook is de darmflora belangrijk voor de aanmaak van vitamine K. Ook in je mond en op je huid leven heel veel bacteriën waarvan de meeste nuttig en ongevaarlijk zijn. Ze beschermen juist tegen een infectie van schadelijke bacteriën.


Melkzuurbacterie

Bacteriën kunnen gebruikt worden voor het maken van voedingsmiddelen.
Een voorbeeld is de melkzuurbacterie die gebruikt wordt om producten als yoghurt, karnemelk en zuurkool te maken.