1.2. Hygiëne en conserveren.


Hygiëne

Bacteriën planten zich voort door zich te delen (zie afbeelding). Schimmels en sommige bacteriën maken sporen.
Sporen zijn hele lichte, kleine stofjes die je met het blote oog niet kunt zien.
Bacteriesporen heten endosporen.


Bacterie- en schimmelsporen kunnen zich gemakkelijk verspreiden, bijvoorbeeld door hoesten en niezen. Het helpt om een papieren zakdoek voor je mond te houden. Vergeet deze daarna niet weg te gooien!

 

Sporen van bacteriën en schimmels die in voedsel aanwezig zijn, kunnen zich vermeerderen en kunnen je dan ziek maken. Je spreekt van een voedselvergiftiging.
Een voorbeeld van een bacterie die diarree, lichte koorts, misselijkheid en overgeven veroorzaakt, is de salmonellabacterie. Deze bacterie komt voor in rauw vlees, kip en eieren.

Om te voorkomen dat je een voedselvergiftiging krijgt, kun je het volgende doen:

  • Je handen goed wassen voor je begint met koken.
  • Schone keukenspullen gebruiken om mee te koken.
    Gebruik een mes waarmee je vlees hebt gesneden niet ook voor het snijden van de groente.
  • Voedsel goed doorbakken of koken.
  • Je handen goed wassen voor je aan tafel gaat.

Door een goede hygiëne kunnen veel voedselinfecties worden voorkomen.



Een goede hygiëne is belangrijk voor het voorkomen van infecties.
Via een handdruk kun je al sporen overdragen.
Door je handen goed te wassen, houd je de verspreiding van bacteriën en schimmels een beetje tegen.
Op de oranje en paars gekleurde plaatsen blijven vaak bacteriën achter als je je handen niet goed wast.


Voedsel bewaren - conserveren

Bacteriën en schimmels kunnen het voedsel bederven.

Je kunt op verschillende manieren voorkomen dat voedsel bedreft:

 


Pasteuriseren en steriliseren:
Bij pasteuriseren en steriliseren worden de bacteriën en schimmels bestreden met temperatuur.
Bij pasteuriseren (70 graden Celsius) gaan de meeste sporen dood.
Bij steriliseren (120 graden Celsius) gaan ze allemaal dood.



Drogen:
Bacteriën en schimmels kunnen alleen voortplanten als er vocht is.
Door voedingsmiddelen te drogen, kunnen de sporen niet groeien.

Invriezen:
Bacteriën en schimmels kunnen niet voortplanten onder nul graden Celsius, dus invriezen verhindert bederven.

Vacuüm verpakken:
Veel bacteriën en schimmels kun je doden door zuurstof weg te halen (vacuüm verpakken).
Omdat er ook bacteriën zijn die zonder zuurstof kunnen voortplanten, wordt vacuüm verpakken vaak gecombineerd met steriliseren.

E-nummers toevoegen:
Er zijn allerlei stoffen die bacteriën en schimmels doden, zoals suiker of zuur.
Conserveringsmiddelen met een E-nummer zijn chemische stoffen die speciaal hiervoor bedoeld zijn.

Roken:
Bacteriën en schimmels kunnen alleen voortplanten als er vocht is.
Door voedingsmiddelen te roken, worden ze gedroogd en kunnen de sporen niet groeien.

Zouten:
Bacteriën en schimmels kunnen alleen voortplanten als er vocht is.
Door voedingsmiddelen te pekelen (zouten), worden ze gedroogd en kunnen de sporen niet groeien.

Video: Conserveren

Hoe kunnen we ons eten het best bewaren?